Aandacht- en concentratieproblemen
Aandacht- en concentratieproblemen komen niet alleen voor bij AD(H)D of AADD. Dit soort problemen kunnen ook voorkomen bij bv. burn-out, naast dyslexie, bij een depressie, of bij Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH), bijvoorbeeld na een hersenbloeding of hersenschudding/kneuzing. Daarnaast kunnen ook mensen zonder een specifieke diagnose last hebben van aandacht- en concentratieproblemen, waardoor er thuis, op school en/of op het werk problemen ontstaan. Aandacht- en concentratieproblemen zijn vaak goed te behandelen met neurofeedback. Zie voor meer informatie ook bij AD(H)D.ADD (=Attention Deficit Disorder)
Net als voor ADHD is zowel voor kinderen als volwassenen neurofeedback een goede behandelmethode, als uit de intake blijkt dat er een indicatie is. Het is een niet-medicamenteuze behandeling, dat wil zeggen een behandeling zonder gebruik te maken van medicijnen. De hersenen leren beter en efficiënter geactiveerd te zijn en omdat er sprake is van leren is het effect blijvend. Dit in tegenstelling tot het gebruik van ADD medicatie.
Klachten die kunnen voorkomen bij ADD:
• aandacht- en concentratieproblemen
• geen hyperactief gedrag, vaak juist onopvallend en rustig
• korte spanningsboog, dat wil zeggen zich niet lang kunnen concentreren
• moeite met starten van een taak en/of organiseren
• moeilijk om een taak af te ronden
• snel afgeleid zijn
• onrust in hoofd voelen
• prikkelgevoelig zijn
• dromerigheid
• stemmingswisselingen (bijvoorbeeld boosheid).
ADD en hersenactiviteit
In geval van aandacht- en concentratieproblemen bij volwassenen of kinderen wordt meestal een onderactiviteit in bepaalde gebieden in de hersenen gemeten. Dit zijn vaak de gebieden die bij normale activiteit de concentratie en het gedrag goed sturen. Bij onderactiviteit van de hersenen is er o.a. sprake van verminderde capaciteit om bijvoorbeeld prikkels te remmen. Bij ADD uit zich dat niet in druk gedrag maar juist in rustig en afwezig en/of onopvallend gedrag. Vaak wordt ADD ook pas later ontdekt omdat het minder opvalt.
ADD en resultaten van neurofeedback:
• de aandacht en concentratie verbetert
• meer rust in het hoofd
• minder dromerig zijn
• beter kunnen plannen en organiseren
• meer inzicht en overzicht in de wereld om je heen
• beter kunnen starten en stoppen met taken
• beter kunnen schakelen tussen taken
• beter in- en doorslapen
• meer zelfvertrouwen
• verbetering in stemmingwisselingen (vermindering van boosheid).
Zie voor meer informatie ook bij AD(H)D.
AD(H)D betekent Attention Deficit (Hyperactivity) Disorder
Zowel voor kinderen als volwassenen is neurofeedback een goede behandelmethode, als uit de intake blijkt dat er een indicatie is. Het is een niet-medicamenteuze behandeling, dat wil zeggen een behandeling zonder gebruik te maken van medicijnen. De hersenen leren beter en efficiënter geactiveerd te zijn en omdat er sprake is van leren is het effect blijvend. Dit in tegenstelling tot het gebruik van AD(H)D medicatie.
Wat zijn voorkomende klachten en kenmerken:
• aandacht- en concentratieproblemen
• heel druk (hyperactief) gedrag
• niet stil kunnen zitten
• drukte in hoofd voelen
• moeite met starten van een taak
• moeite om een taak af te ronden
• snel afgeleid zijn
• prikkelgevoelig zijn
• korte spanningsboog, dat wil zeggen zich niet lang kunnen concentreren
• impulsiviteit oftewel een verminderd vermogen om impulsen te onderdrukken.
AD(H)D kan samen gaan met, bijvoorbeeld stoornissen in het gedrag, in het autistisch spectrum, angst- en stemmingsstoornissen, tics en leerproblemen. Voor kinderen van 0-18 jaar met de diagnose AD(H)D is er bij een aantal verzekeringen de mogelijkheid tot vergoeding vanuit het budget ‘neurofeedback’. Normaal gesproken wordt neurofeedback vergoed vanuit het budget ‘alternatieve zorg’ (kijk onder ’tarieven’).
AADD betekent Adult Attention Deficit Disorder
Zo wordt AD(H)D bij volwassenen genoemd. De hyperactiviteit is over het algemeen in de loop van de jaren afgenomen, maar de volgende klachten blijven vaak bestaan:
• aandacht- en concentratieproblemen
• gebrek aan organisatievermogen
• moeite met starten en stoppen
• snel afgeleid
• vaak dingen kwijt zijn.
Het is aangetoond dat een aantal psychiatrische problemen zoals angst- en eetstoornissen, slaapproblemen, borderline en verslaving samengaan met AD(H)D.
De hersenactiviteit meten met behulp van een EEG en een (Q)EEG
De intake is noodzakelijk en tijdens de intake worden de exacte klachten uitgevraagd en wordt met behulp van een EEG en (Q)EEG meting vastgesteld hoe dat precies met jouw hersenen of die van je kind zit. Aan de hand van de intake wordt gekeken of er een indicatie is voor neurofeedback en hoe en in welke hersengebieden er getraind moet gaan worden.
De hersenactiviteit bij AD(H)D en AADD
In geval van aandacht- en concentratieproblemen en/of hyperactiviteit bij volwassenen of kinderen wordt meestal een onderactiviteit in bepaalde gebieden in de hersenen gemeten. Dit zijn vaak de gebieden die bij normale activiteit de concentratie en het gedrag goed sturen. Bij onderactiviteit van de hersenen is er o.a. sprake van verminderde capaciteit om bijvoorbeeld prikkels te remmen. Drukke kinderen hebben dus niet altijd drukke hersenen!
Uit onderzoek blijkt dat bij een kleine groep met ADHD naast onderactiviteit ook overactiviteit van bepaalde hersengebieden gemeten wordt. Er is een grote kans dat deze groep niet of zelfs averechts reageert op medicatie. Doordat de medicatie de hersenen stimuleert wordt de bestaande overactiviteit alleen maar groter.
Bij BMC de Vallei wordt, om een indicatie te stellen, voorafgaand aan de neurofeedbackbehandeling altijd een intake gedaan.
Wat kunnen de resultaten van behandelen zijn:
• Verbeteren van de aandacht- en concentratie
• rustiger gedrag en minder impulsiviteit
• gemakkelijker taken beginnen en afronden
• sneller taken af hebben
• minder drukte in hoofd ervaren
• een rustiger en prettiger gevoel hebben
• geheel of gedeeltelijke afbouw van adhd medicatie. Overigens is afbouw van medicatie altijd onder verantwoordelijkheid van de daartoe bevoegde arts!
• minder gevoelig voor prikkels zijn
• minder stemmingswisselingen (bv. minder boos zijn).
Het stellen van de diagnose AD(H)D of AADD (bron: Hersenstichting)
Er wordt pas een diagnose gesteld als bovengenoemde klachten al langere tijd bestaan (meer dan een half jaar) en voor het zevende jaar begonnen zijn.
Voor volwassenen geldt de voorwaarde dat, de problemen al sinds de kindertijd spelen. De kenmerken bestaan zowel thuis als op school als op het werk en zorgen ervoor dat normaal functioneren moeilijk is. De diagnose wordt gesteld op basis van het DSM-V classificatiesysteem en door een medisch specialist zoals bijvoorbeeld een psychiater.
Statistiek
Bij jongens komt ADHD 3 tot 4 keer zo vaak voor als bij meisjes. In Nederland is de diagnose ADHD bij 3% van de kinderen tussen vijf en veertien gesteld. Er zijn daarnaast nog dubbel zo veel kinderen die een deel van de klachten heeft bv. aandacht- en concentratiestoornissen. Ongeveer de helft van deze kinderen heeft tijdens de puberteit nog steeds ADHD en uiteindelijk blijkt dat daarvan op volwassen leeftijd nog ongeveer 30% ADHD houdt.
Angst
Angst is een pijnlijk gevoel van onbehagen en van mogelijk dreigend gevaar. Als de omgeving geen aanleiding geeft voor angst, spreekt met van een angststoornis.
Iedereen is wel eens angstig. Maar bij een angststoornis is die angst ongegrond: de omstandigheden vormen geen aanleiding voor de angst. Door een angststoornis gaat men op den duur doodgewone situaties vermijden. Een normaal leven leiden wordt dan moeilijk. De gevolgen van een angststoornis kunnen zeer ernstig zijn (zoals vereenzaming en alcoholmisbruik), ook voor de partner/familieleden. (Bron: www.hersenstichting.nl)
Hersenmeting bij een angststoornis
Zowel bij een depressie als bij angststoornissen zie je meestal voor (frontaal) in de hersenen een asymmetrie in de hersenactiviteit. Links zijn de hersenen dus anders geactiveerd dan rechts.
Bij angstproblemen zie je vaak meer overactiviteit rechts frontaal ten opzichte van links frontaal, vaak gemeten in de ruststand met de ogen open.
Neurofeedback bij angstklachten
Als uw klachten overeenkomen met de hersenactiviteit is er een indicatie voor neurofeedback en op basis van de uitkomst van de intake kan de behandeling ingezet worden. Tijdens de intake, die bij BMC de Vallei altijd vooraf aan de behandeling uitgevoerd wordt, worden de specifieke klachten bij u uitgevraagd en wordt de hersenactiviteit gemeten met behulp van een (Q)EEG. De resultaten worden met u besproken.
Resultaten en effecten die u kunt verwachten:
• een langzame afname van klachten
• minder angstig in het algemeen
• minder angstig specifiek
• minder vermijdend gedrag
• een betere stemming.
Autisme of PDD nos
ASS betekent ‘Autisme Spectrum Stoornis’ en is een stoornis in de informatieverwerking in de hersenen. Naast Autisme vallen o.a. ook het Syndroom van Asperger en PDD-NOS onder de categorie ASS. Het is dus eigenlijk een verzamelnaam.
Het zijn alle vormen van een ontwikkelingsstoornis en is in negen van de tien gevallen erfelijk bepaald. Echter, het vermoeden is, dat er niet één specifiek gen verantwoordelijk is voor ASS maar een combinatie van meerdere genen, waardoor er een ontwikkelingsstoornis ontstaat.
Kenmerken die voorkomen bij ASS:
• minder ontwikkeld sociaal begrip en mogelijkheid tot interactie (bijvoorbeeld moeilijk in kunnen leven, in andere mensen).
• communicatie en (lichaams)taal (bijvoorbeeld figuurlijke uitspraken worden als letterlijk opgevat, uitdrukkingen op gezicht worden niet herkend)
• het hebben van stereotiep gedrag en interesses
overgevoelig voor prikkels van buitenaf.
(bron: www.hersenstichting.nl)
Hersenactiviteit bij autisme
Hersenmetingen bij kinderen en volwassenen met autisme laten vaak ontregelingen zien, die bij personen zonder autisme niet te zien zijn. Het is bekend dat bv. links frontaal er meer onderactiviteit gemeten wordt ten opzichte van rechts frontaal. Maar er zijn meer specifieke ontregelingen in de hersenen zoals bijvoorbeeld epileptiforme activiteit in het EEG, die overigens niet hoeft te leiden tot epilepsie.
Neurofeedbackprotocollen die ingezet worden bij AD(H)D blijken vaak ook erg zinvol te zijn bij autisten. Vaak zijn de verbeteringen terug te voeren op verbeterde alertheid en concentratie. Andere vormen van neurofeedback leiden tot verbetering in gedrag bij autisme.
Kinderen en volwassenen met Autisme, PDD-NOS of Asperger kunnen zich aanmelden voor een intake. Tijdens de intake worden de specifieke klachten uitgevraagd en zal een aantal hersenmetingen worden gedaan met behulp van een QEEG en onder verschillende condities. Afhankelijk van de hulpvraag en de klachten worden de behandelmogelijkheden besproken en het behandelprotocol ingezet.
Resultaten en effectiviteit na behandeling met neurofeedback
Met verschillende behandelprotocollen worden verschillende resultaten behaald. Verbetering op het gebied van:
• cognitief functioneren (leren, denken, etc.)
• prikkels beter aankunnen
• gemakkelijker met veranderingen om kunnen gaan
• gemakkelijker op nieuwe dingen afstappen
• soms ook minder stress gevoel hebben
Uit onderzoeken blijkt ook dat met bepaalde behandelprotocollen verbetering mogelijk is op het gebied van sociaal gedrag en communicatieve vaardigheden.
Burn-out
Als je heel lang en continu last hebt van stress kan dat overgaan in een burn-out. Een burn-out ontstaat vaak als er teveel stressvolle situaties zijn die zowel werkgerelateerd kunnen zijn als bijvoorbeeld in de thuissituatie kunnen voorkomen. Het gevoel van ’te druk’ en ’te veel’ is dan voortdurend aanwezig. Uit onderzoek blijkt dat er eigenlijk twee fases te onderscheiden zijn met verschillende klachten, die beide goed zichtbaar zijn tijdens een (Q)EEG hersenmeting:
de eerste fase is de fase van voortdurend en onder alle omstandigheden stressvol, hyperalert zijn, de hersenen zijn voortdurend overactief. Indien een stress-toestand langdurig en continu aanwezig is, kan dit leiden tot een omslagpunt in de hersenactiviteit: de burn-out.
de tweede fase is de omslag van overactiviteit naar onderactiviteit van de hersenen, in deze fase zie je in de hersenen een hoog aandeel van langzame golven. Bijbehorende klachten zijn bijvoorbeeld moeheid , lusteloosheid, het gevoel hebben dat je niets meer aankunt, aandacht- en concentratieproblemen.
In geval van een burn-out wordt tijdens een intake gekeken in welk van de twee stadia je zit. Er wordt een aantal hersenmetingen uitgevoerd onder verschillende condities.
De hersenactiviteit bij burn-out
Als uit de metingen blijkt dat de hersenen overactief zijn en de klachten stress gerelateerd zijn, is er een indicatie voor neurofeedback. Bij overactieve hersenen is er een teveel aan snelle golven in het (Q)EEG te zien. Door het teveel aan snelle golven in de hersenen terug te trainen en de hersenen daarmee aan te leren normaler geactiveerd te zijn, kunnen stress-klachten teruggedrongen worden.
Als uit de meting blijkt dat de hersenen onderactief zijn en de klachten meer o.a. moeheid, lusteloosheid het gevoel niks meer aan te kunnen en/of aandacht- en concentratieproblemen zijn dan is er óók een indicatie voor neurofeedback.
Afhankelijk van het stadium, dus afhankelijk van de toestand van de hersenen worden de snelle golven getraind of juist de langzame golven. Beide hebben als doel om naar een normale activiteit van de hersenen toe te trainen.
Burn-out en resultaten na neurofeedback:
• vermindering van stress op ieder moment
• betere omgang met stressvolle situaties
• betere afwisseling van alertheid en rustperiodes
• meer energie en meer aan kunnen
• beter slapen
• verbetering van aandacht- en concentratie.
Uit onderzoek blijkt dat de hersenen optimaal functioneren als ze goed kunnen switchen tussen verschillende taken. Als de hersenen voortdurend in de stress-stand staan is dat niet mogelijk. Een gezonde situatie is dat alerte periodes zich afwisselen met rustperiodes.
Depressie
Eén van de meest voorkomende ziektebeelden bij volwassenen is depressie. Wanneer een neerslachtige bui wat langer aanhoudt en ernstige problemen veroorzaakt, kan er sprake zijn van een depressie. Een depressie kan variëren van licht tot ernstig. Wanneer je vermoedt dat je een depressie heeft is het belangrijk dat contact op te nemen je huisarts. De huisarts kan er voor zorgen dat je snel de juiste hulp krijgt. Bij een zware depressie is neurofeedback niet de juiste behandeling, bij een lichte depressie kan neurofeedback verlichting brengen en de stemming aanmerkelijk verbeteren.
Hersenmeting bij depressie
Zowel bij een depressie als bij angststoornissen zie je meestal voor (frontaal) en achter (pariëtaal) in de hersenen een asymmetrie in de hersenactiviteit. Links zijn de hersenen dus anders geactiveerd dan rechts.
In het geval van depressie is vaak een onderactiviteit zichtbaar die links frontaal groter is ten opzichte van rechts frontaal en andersom rechts pariëtaal groter is ten opzichte van links pariëtaal. Bij angstproblemen zie je vaak meer overactiviteit rechts frontaal ten opzichte van links frontaal.
Depressie en/of angstklachten en neurofeedback
Wanneer u een lichte of matige depressie heeft, behoort neurofeedback tot een goede behandel mogelijkheid. Ook als u zo nu en dan een depressieve episode meemaakt en de depressie is aan het terugkeren, is neurofeedback een behandelmogelijkheid. Ook bij regelmatige somberheid kunt u zich aanmelden voor een intake. Tevens worden mensen die af willen bouwen met medicatie succesvol behandeld met neurofeedback. Overigens gebeurt de afbouw van medicatie altijd onder de verantwoordelijkheid van een daartoe bevoegde arts (bijvoorbeeld eigen huisarts of psychiater).
Tijdens de verplichte intake wordt er gekeken of uw klachten overeenkomen met de hersenactiviteit. In dat geval is er een indicatie voor neurofeedback en op basis van de uitkomst van de intake kan de behandeling ingezet worden. Tijdens de intake, die bij BMC de Vallei altijd vooraf aan de eventuele behandeling uitgevoerd wordt, worden de klachten bij u uitgevraagd en wordt de hersenactiviteit gemeten met behulp van een (Q)EEG. De resultaten worden met u besproken.
Resultaten van neurofeedback
Er is inmiddels veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de effecten van neurofeedback bij depressie en somberheid. De resultaten zijn zeer positief . De volgende verbeteringen kunnen optreden:
• een langzame afname van klachten
• een verbeterde stemming en afname van somberheid
• meer energie en moeheid neemt af
• verbetering van de concentratie
• vermindering van vermijdend gedrag
• toename zelfvertrouwen
• vermindering slaapproblemen.
Dwangklachten
OCS betekent ‘Obsessieve-Compulsieve Stoornis’, dat wil zeggen dat iemand last heeft van dwanghandelingen en/of dwanggedachten. Vaak speelt angst een grote rol en zijn het vaak mensen met een hoog verantwoordelijkheidsgevoel en neiging tot perfectie, waarbij het optreedt. Het komt zowel bij volwassenen als kinderen voor.
Dwanggedachten zijn gedachten die steeds terugkomen, moeilijk los te laten zijn en angst en spanning oproepen. Dwanghandelingen zijn handelingen die bijna ritueel op dezelfde manier uitgevoerd worden, door deze telkens te herhalen wordt de angst en spanning minder. Iemand met OCS raakt in paniek als bepaalde handelingen niet uitgevoerd kunnen worden door omstandigheden of andere oorzaken.
Iedereen heeft zo zijn rituelen in mindere of meerdere mate. Het wordt pas lastig als dwanghandelingen je ernstig belemmeren in het dagelijks functioneren. Voor de persoon zelf, maar ook voor de omgeving kan het allesbepalend zijn en er voor zorgen dat een heel gezin slecht functioneert. Mensen met angst- en dwangklachten hebben de neiging om bepaalde situaties uit de weg te gaan, daardoor durven ze bv niet meer alleen thuis te zijn, naar buiten te gaan of niet meer naar school te gaan.
Het ontstaan van dwanggedachten en of dwanghandelingen kan:
• in een stressvolle periode
• erfelijk zijn in sommige families vaker voorkomen door voorbeeld gedrag van ouders met dwangklachten
• heel soms door een hersenbeschadiging.
Het is van belang dat er een juiste behandeling gezocht wordt. Dwanghandelingen kunnen bijvoorbeeld met gedragstherapie behandeld worden, ook wordt er soms medicatie voorgeschreven, maar ook met of in combinatie met neurofeedback.
Hersenactiviteit en dwanghandelingen
Neurofeedback kan helpen als er een indicatie is, dat wil zeggen dat de gemeten hersenactiviteit moet passen bij de klachten. In de voorste (frontale) hersenkwabben kan bij mensen met dwangstoornissen afwijkende hersenactiviteit te zien zijn. De behandeling is er opgericht deze afwijkende hersenactiviteit te verminderen waardoor de dwangklachten kunnen afnemen.
Dwanghandelingen en resultaten van neurofeedback:
• Dwanghandelingen verminderen of verdwijnen.
Dyslexie
Dyslexie betekent woordblindheid. ‘Dys’ betekent mis en ‘lexus’ betekent woorden of lezen. Ten gevolge van dyslexie kan er een beperking van het algemene prestatieniveau ontstaan en kan faalangst zich ontwikkelen. Dyslexie staat ook los van het IQ. Bij vermoedens van dyslexie is het altijd verstandig contact op te nemen met de schoolbegeleidingsdienst.
Een aantal klachten welke voorkomen bij dyslexie:
• meer moeite met lezen en spellen in verhouding tot leeftijdsgenoten
• moeite met concentreren en gemakkelijker wegdromen
• snel moe na lezen
• met een gemiddeld IQ toch naar verhouding lagere schoolprestatie
• snel gezien worden als lui of dom
• lezen wordt zoveel mogelijk vermeden
• het lijkt alsof letters omkeren of bewegen
• keren letters om bv. de ‘d’ en de ‘b’
• gedachten onder woorden brengen is moeilijk
• in teksten soms de korte woordjes overslaan
• verward raken door letters, getallen, woorden
• moeite met volgordes
Dyslexie en de hersenen
Er zijn meerdere theorieën over de oorzaak van dyslexie. Eén daarvan is dat de aanleg van de hersenen niet helemaal goed is gegaan waardoor de linker hersenhelft zich langzamer ontwikkelt dan de rechterhersenhelft. Een andere theorie is dat een deel van de informatieverwerking niet snel genoeg verloopt. Een derde theorie is dat er een verlaagde hersenactiviteit is in de hersengebieden voor woordherkenning en woordanalyse.
Dyslexie en resultaten van neurofeedback
QEEG metingen laten zien dat de gebieden die betrokken zijn bij het leren lezen en spellen niet goed ontwikkeld zijn en niet optimaal werken, deze gebieden zijn vaak onderactief. De neurofeedback richt zich op deze onderactiviteit, door deze naar een normalere hersenactiviteit te trainen kan dit leiden tot vermindering van bovenstaande klachten.
Dyscalculie
Dyscalculie is nauw verwant aan dyslexie, maar is een stoornis op het gebied van rekenen. Immers er wordt gerekend met symbolen ie bij elkaar getallen vormen. ‘Dys’ betekent mis en ‘calculus’ betekent rekenen. Ten gevolge van dyscalculie kan er een beperking van het algemene prestatieniveau ontstaan en kan faalangst zich ontwikkelen. Dyscalculie staat ook los van het IQ.
Een aantal klachten die voorkomen bij dyscalculie
• geen cijfers en getallen kunnen lezen of op de juiste –manier opschrijven
• het op de verkeerde plek plaatsen van cijfers en getallen
• de rekenregels niet beheersen
• een trager tempo
• problemen met vasthouden van instructies
• net als bij dyslexie IQ en uiteindelijke leerprestaties staan niet in de goede verhouding
Dyscalculie en de hersenen
Dyscalculie is een complex probleem omdat bij rekenen meerdere hersengebieden gebruikt worden, waaronder ook het taalcentrum. Maar ook het frontale hersengebied is van belang, dit gebied speelt een rol bij o.a. planning en probleemoplossing.
Dyscalculie en resultaten van neurofeedback
De neurofeedback zal zich over het algemeen ook bij dyscalculie richten op deze onderactiviteit in de specifieke hersengebieden. Door deze naar een normalere hersenactiviteit te trainen kan dit leiden tot vermindering van bovenstaande klachten.
Hoofdpijn
Een op de vijf Nederlanders heeft minimaal een dag in de week of zelfs dagelijks last van hoofdpijn. Hoofdpijn is er dan ook in verschillende soorten en hebben vaak verschillende oorzaken. Migraine en spanningshoofdpijn zijn bekend, maar er bestaat ook bv. clusterhoofdpijn. Onder andere door stress, slapeloosheid en/of te veel spanning kan er hoofdpijn ontstaan.
Kortom heel vaak is er sprake van meerdere klachten. Het is dus heel belangrijk een intake te doen, waarin de klachten uitgevraagd worden en de hersenactiviteit gemeten wordt. Als de klachten overeenkomen met de hersenactiviteit, dan is er een indicatie voor neurofeedback.
Hoofdpijn en resultaten van neurofeedback
Er zijn verschillende vormen van behandeling voor de verschillende soorten hoofdpijn, medicatie is er een van. Ook neurofeedback kan helpen, tenminste als er een indicatie is. Bij hoofdpijn wordt vaak een verhoogde activiteit van de hersenen gevonden, in dat geval wordt de verhoogde activiteit getraind naar een normalere activiteit en kan de hoofdpijn verminderen of zelfs verdwijnen.
Migraine
Bij mensen met migraine ontstaat er zware hoofdpijn die gepaard kan gaan met misselijkheid en braken, overgevoeligheid voor licht en geluid en bv een aura, waarbij men lichtjes en flikkeringen ziet. Ook kunnen er tintelingen in een lichaamshelft voorkomen. Een migraineaanval duurt minimaal vier uur en is meestal na een dag (soms twee tot drie dagen) over. Een migraine aanval kan op verschillende manieren worden uitgelokt, door de uitlokkers te herkennen kan een aanval beter worden voorkomen.
De hoofdpijn komt in aanvallen en de pijn zit aan beide zijden van het hoofd (soms aan één zijde). De aanvallen verschillen in lengte en kunnen van 2 uur tot 3 volle dagen duren.
Verschijnselen kunnen divers zijn:
• zware hoofdpijn
• misselijkheid
• overgeven
• overgevoeligheid voor licht
• overgevoeligheid voor geluid
• diarree
• het zien van lichtflitsen,
• sterretjes en spikkeltjes
• buikpijn
• bleek zien
• slaperigheid
• zweten
• tintelingen in een arm.
Bij jonge kinderen manifesteren migraineaanvallen zich zonder hoofdpijn; bij 10 à 20% ontstaat buikpijn. Het optreden van aanvalsgewijze buikklachten, samengaand met bleekheid, lethargie en misselijkheid, kan soms op latere leeftijd overgaan in migraineaanvallen. De hoofdpijnaanval debuteert meestal tussen 6-8 jaar en neemt in de daaropvolgende jaren in frequentie toe. Hoewel er bij veel kinderen binnen 6 maanden een aanzienlijke afname optreedt van de aanvalsfrequentie, blijft bij ongeveer de helft op volwassen leeftijd migraine bestaan.
Migraine en hersenactiviteit
Hersenmetingen bij mensen met migraine laten vaak afwijkende patronen in hersenactiviteit zien. In de hersenactiviteit kun je naast overactiviteit juist ook hele trage activiteit zien. Deze afwijkende activiteit kan met neurofeedback getraind worden, waardoor migraineklachten kunnen verminderen of verdwijnen.
Migraine en resultaten van neurofeedback
Er zijn verschillende manieren om migraine te behandelen. Vaak worden medicijnen voorgeschreven die de symptomen van de aanval bestrijden en die migraineaanvallen kunnen voorkomen. Ook neurofeedback kan bij migraine uitkomst bieden.
Veel cliënten hebben goede ervaringen wanneer neurofeedback als migraine-behandeling wordt ingezet. Vermindering van aanvallen en bv ook aanvallen die korter duren. In het begin van het behandeltraject merkt de cliënt vaak nog wel dat een aanval eraan lijkt te komen, maar deze zet vaak niet meer door. Na een tijd is er nog een gevoel van moeheid te bespeuren op momenten dat de migraine zou komen normaal gesproken. Ook krijgen mensen vaak meer inzicht in wat uitlokkers voor hun kunnen zijn.
Slaapproblemen
Slaapproblemen zijn er in velerlei vormen. Insomnie is een ander woord voor slapeloosheid en komt het meeste voor. Daarnaast zijn er bv. stoornissen tijdens de slaap zoals bv. slaapwandelen en slaapapneu, dit laatste is een stoornis waarbij perioden met een ernstig verzwakte ademhaling of zelfs ademstilstand voorkomt. Narcolepsie is een ziekte waarbij overdag iemand oncontroleerbaar in slaap kan vallen.
Er zijn veel mensen die wel eens een slapeloze of slechte nacht hebben maar één op de drie mensen heeft zoveel last, dat het functioneren overdag daardoor verstoord wordt. Slapeloosheid kan zich uiten door slecht inslapen, ’s nachts wakker worden en niet meer kunnen slapen, het gevoel van alert te slapen, of ’s ochtends veel te vroeg wakker worden. Vaak worden mensen dan al moe en/of met hoofdpijn wakker.
Slaapprobemen kunnen op zich staan, maar kunnen ook voorkomen met andere klachten. Bij mensen met AD(H)D zie je regelmatig dat er ook minder goed geslapen wordt. Ook bij een burn-out of te veel stress of een depressie zie je slaapproblemen veelvuldig als klacht.
Belangrijk voor de behandeling is dat tijdens de intake duidelijk uitgevraagd wordt of er naast de slaapproblemen eventueel nog meer klachten zijn. Daarmee wordt duidelijk of er ‘enkel’ sprake is van slapeloosheid of dat er meer dingen spelen, zoals bv stressgevoel, druk in hoofd, etc.
Hersenactiviteit en slaapproblemen
Bij slaapproblemen is het afhankelijk van de verdere klachten wat je kunt zien in de hersenactiviteit. Over het algemeen is er sprake van overactiviteit die gemeten wordt. Dat kan zowel gemeten zijn in de ruststand met de ogen open en/of de ruststand met de ogen dicht, als tijdens het uitvoeren van een taak.
Slaapproblemen en resultaten van neurofeedback:
• het inslapen gemakkelijker gaat
• er wordt beter doorgeslapen
• er wordt rustiger doorgeslapen
• bij ’s nachts wakker worden, is opnieuw in slaap vallen gemakkelijker
• mensen worden uitgeruster wakker
• er is geen hoofdpijn (zwaar hoofd) aanwezig bij het wakker worden
• er kan een beter dag- en nachtritme ontstaat