Neurofeedback als behandelmethode
Neurofeedback is een behandelmethode waarbij afwijkende hersengolven getraind worden om klachten te verminderen. De behandeling is gebaseerd op het gegeven dat bepaalde klachten gepaard gaan met afwijkende hersengolven. Steeds meer onderzoeken laten zien dat klachten zoals aandacht- en concentratiestoornissen, stemmingswisselingen, hoofdpijn, stress en moeheid ook te meten zijn met behulp van zogenaamde EEG-metingen.
Trainen met hersengolven
Bij BMC de Vallei worden de afwijkende hersengolven uit de EEG-meting geselecteerd en zichtbaar gemaakt in een QEEG-meting. Deze afwijkende golven zijn de basis voor de neurofeedbacktraining. Tijdens een behandeling met neurofeedback worden afwijkende hersengolven aan de cliënt getoond op een beeldscherm. Hierdoor ziet de cliënt continu de eigen hersengolven. De hersengolven worden gevisualiseerd met behulp van een animatie (een spelletje of film), waarbij verbetering van hersengolven gepaard gaat met een goed verloop van de animatie en verslechtering van de hersengolven te zien is als een slechter verloop van de animatie. De cliënt leert dus de eigen hersengolven positief te beïnvloeden. De eerste effecten zijn gemiddeld rond 10-15 sessies te zien als een verbetering van de getrainde golven. Na 15 behandelingen is er een tussenevaluatie, hierbij worden de verbeteringen en veranderingen van de hersengolven en de klachten in kaart gebracht. Bij BMC de Vallei evalueren we regelmatig of verdere voortgang van de behandelingen noodzakelijk is en/of iemand toe is aan de afbouw van de behandeling. De afbouw is heel belangrijk voor het automatiseren van de behaalde resultaten.
Omdat de hersenen leren hun toestand te verbeteren, zijn veranderingen door neurofeedback in principe blijvend, in tegenstelling tot medicamenteuze behandeling. Bovendien is neurofeedback pijnloos en zonder bijwerkingen. Op basis van de intake wordt een ‘op maat’ behandelplan gemaakt, passend bij uw hersenactiviteit en klachten.
Ook werkt neurofeedback in combinatie met andere therapeutische behandelingen vaak heel goed. Het is reeds gebleken dat de andere behandelingen efficiënter verlopen, omdat daaraan voorafgaand, na neurofeedback, de manier waarop de hersenactiviteit ingezet wordt efficiënter is. Voorbeelden zijn logopedie, rijangst trainingen, fysiotherapie, mindfulness, cognitieve therapie maar bijvoorbeeld ook naast huiswerkbegeleiding.
Er zijn steeds meer wetenschappelijke studies die het effect van neurofeedback aantonen. Bij ziektebeelden als AD(H)D, epilepsie en depressie zijn deze effecten reeds meerdere keren aangetoond. Recent onderzoek beschrijft ook de resultaten bij o.a. Autisme, migraine, geheugenproblematiek, angststoornissen en obsessief compulsieve stoornissen.
Meer achtergrondinformatie
Neurofeedback is een methode die enkele decennia geleden is ontwikkeld in de Verenigde Staten. De methodiek is gebaseerd op een EEG-meting (elektro-encephalografie). Tijdens de EEG-meting wordt het aandeel van de diverse hersengolven real-time berekend met behulp van een frequentie-analyse, wat kwantitatief EEG wordt genoemd (quantitative in het Engels,QEEG). Deze golven kunnen vervolgens voor de cliënt worden gevisualiseerd, zodat de cliënt tijdens de meting zijn of haar eigen activiteit kan zien. Dit is de basis voor neurofeedback. De QEEG-meting resulteert in een aantal behandelparameters voor neurofeedbackbehandeling: de behandellocatie op het hoofd, de hersengolven die het meest afwijkend zijn, stimuleren of inhiberen van deze golven, en de grenswaardes voor de trainingen. Iedere neurofeedbacktraining is een volwaardige QEEG-meting die wordt opgeslagen. De behandelresultaten worden bijgehouden en indien nodig worden de behandelparameters bijgesteld.
Het doel van neurofeedback
De neurofeedbackbehandeling heeft ten doel de afwijkende hersengolven via (operante) conditionering te normaliseren. De cliënt dient zich te concentreren op een beeldscherm waarop de te trainen hersengolven zichtbaar zijn in de vorm van animaties. De animatie is een real-time weergave van de absolute waarde van een hersengolf. Op basis van de ingestelde grenswaarde en het behandeldoel (stimuleren of inhiberen) ziet de cliënt dat de animatie beter of slechter verloopt, en wordt hij positief gestimuleerd zodra de animatie beter verloopt. In de loop van de behandelingen zal de getrainde waarde van de hersengolf verbeteren en zullen de klachten afnemen. Zodra de QEEG-waardes niet meer veranderen, wordt het behandeltraject afgerond met de afbouwfase, dit laatste om het aangeleerde te automatiseren. Immers als iemand bijvoorbeeld rijlessen heeft en zijn rijbewijs haalt, is het verstandig veel te rijden om het geleerde automatisch uit te gaan voeren. Indien een behandeltraject volledig wordt doorlopen, zijn veranderingen ten gevolge van de neurofeedbacktraining in principe blijvend van aard.
Een (Q)EEG hersenmeting
In de hersenen zitten miljarden zenuwcellen, ook wel neuronen genoemd. Zij communiceren met elkaar door middel van uitwisseling van elektrische stroompjes. Aan de buitenkant van je hoofd kun je deze elektrische signaaltjes meten. Als je deze elektrische activiteit registreert leg je dat vast in een EEG(=Electro Encephalo Gram). De zenuwcellen communiceren met elkaar via verschillende golven. Deze variëren van langzaam tot snel. Door een ingewikkelde rekentechniek en snelle computers is het mogelijk om het aandeel van deze verschillende golven die te zien zijn op het EEG uit te rekenen, dit wordt een (Q)EEG genoemd (Quantitative Electro Encephalo Gram).
Door middel van de QEEG meting kunnen we registreren of de hersenen te veel langzame of juist te veel snelle golven hebben. Deze verschillende golven worden binnen de neurowetenschappen benoemd met een letter uit het griekse alfabet. Bv de delta-golf is een langzame golf die van 1 tot 4 keer per seconde voorkomt, de beta2-golf is een snelle golf die ongeveer 20-32 keer per seconde voorkomt. Daartussen in zitten de theta-golf (4 tot 8 per seconde), de alfa-golf (8 tot 12 per seconde, met een piek bij 10 keer) en de beta1-golf (12 tot 20 per seconde).
Het QEEG vormt de basis voor Neurofeedback (ook wel QEEG-feedback genoemd).
Het QEEG profiel
De uitkomst van een hersenmeting bestaat uit een EEG signaal en een QEEG profiel per gemeten locatie.
In het QEEG worden de golven van het EEG getoond als balkjes, waarbij de langzame golven aan de linkerkant staan en de snelle aan de rechterkant. Hoe hoger een balkje hoe hoger het aandeel van die specifieke golf. Zo krijg je in één oogopslag al een indruk over hoe de hersenen geactiveerd zijn op de gemeten plek. Het aantal QEEG profielen is afhankelijk van het aantal gemeten locaties. De locaties waar gemeten wordt is afhankelijk van de klachten. Tijdens de intake worden op basis van de klachten de meetlocaties (aantal en positie op het hoofd) bepaald. Van sommige klachten is bekend dat er afwijkende QEEG profielen te zien zijn op bepaalde plekken op het hoofd. Overigens zijn de meetlocaties gestandaardiseerd, dat betekent dat er internationale afspraken bestaan over de precieze plaats van alle mogelijke meetlocaties op het hoofd.
De (Q)EEG hersenmeting in de praktijk
Om je hersenactiviteit te meten worden elektrodes op het hoofd geplaatst. Het aantal elektrodes dat geplaatst wordt en de locaties op het hoofd waar gemeten wordt, hangt af van je klachten. Hiervoor zijn vastgestelde protocollen. Om de elektrische signalen goed op te kunnen vangen wordt de hoofdhuid op de locaties waar een elektrode geplaatst wordt eerst schoongemaakt met een speciaal voor een EEG ontwikkelde scrub gel. Daarna wordt de elektrode op het hoofd geplakt met een geleidende gel (op waterbasis), die ook speciaal voor het maken van een EEG is gemaakt. Dit alles heeft als doel de elektrische signalen vanuit de hersenen zo goed mogelijk te meten en te registreren. De gel is met water te verwijderen en de meting is pijnloos.
Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de hersenactiviteit volgt een aantal metingen onder verschillende condities, in rust met de ogen open, in rust met de ogen dicht en tijdens één of meerdere taken.
Voor professionals
Neurofeedback is een methode die enkele decennia geleden bij toeval is ontdekt en verder ontwikkeld in de Verenigde Staten. De methodiek is gebaseerd op een EEG-meting (elektro-encephalografie). Tijdens de EEG-meting wordt het amplitude van de diverse hersengolven real-time berekend met behulp van een Fast Fourier Transformatie (frequentie-analyse), wat een QEEG (quantitative electro encefalogram) wordt genoemd. Dit QEEG kan vervolgens voor de cliënt worden gevisualiseerd, zodat de cliënt tijdens de meting zijn of haar eigen activiteit kan zien. Dit is de basis voor neurofeedback. De QEEG-meting resulteert in een aantal behandelparameters voor neurofeedbackbehandeling: de behandellocatie op het hoofd, de hersengolven die het meest afwijkend zijn, stimuleren of inhiberen van deze golven, en de grenswaardes voor de trainingen. Iedere neurofeedbacktraining is een volwaardige QEEG-meting die wordt opgeslagen. De behandelresultaten worden bijgehouden, geanalyseerd en geëvalueerd, indien nodig worden de behandelparameters bijgesteld.
De neurofeedbackbehandeling heeft ten doel de afwijkende hersengolven via operante conditionering te normaliseren. De cliënt dient zich te concentreren op een beeldscherm waarop de te trainen hersengolven zichtbaar zijn in de vorm van animaties. De animatie is een real-time weergave van de absolute waarde van een hersengolf. Op basis van de ingestelde grenswaarde en het behandeldoel (stimuleren of inhiberen) ziet de cliënt dat de animatie beter of slechter verloopt, en wordt positief gestimuleerd zodra de animatie beter verloopt. In de loop van de behandelingen zal de getrainde waarde van de hersengolf verbeteren en zullen de klachten afnemen.
Zodra de QEEG-waardes niet meer veranderen, wordt het afbouw traject ingegaan, deze laatste fase van de behandeling is belangrijk om het geleerde te automatiseren. Indien een behandeltraject volledig wordt doorlopen, zijn veranderingen ten gevolge van de neurofeedbacktraining in principe blijvend van aard.
Intake
Voordat er gestart wordt met een neurofeedbackbehandeling, wordt altijd eerst een intake gedaan. De intake dient twee doelen, het eerste doel is om te kijken of er een indicatie voor neurofeedback is. Het tweede doel is het opstellen van een behandeladvies. Een intake duurt ongeveer anderhalf á twee uur.
Tijdens de intake worden o.a. uw klachten en eventuele diagnoses uitgevraagd, dit om een goed beeld te krijgen van wat de hulpvraag is. Daarna wordt met behulp van uitlegkaarten duidelijk gemaakt hoe de hersenactiviteit normaal gesproken zou moeten zijn. Afhankelijk van de klachten worden de te meten locaties bepaald. De meting wordt na het aanbrengen van de elektrodes onder drie verschillende omstandigheden gedaan, een rustmeting met de ogen open, een rustmeting met de ogen dicht en één of twee taakmetingen.
Na de metingen volgt o.a. met de twee uitlegkaarten, de analyse en uitleg van de resultaten en wordt er over het algemeen meteen duidelijk of er een indicatie voor neurofeedback is of niet. Als de klachten overeenkomen met bepaalde te verwachten hersenpatronen is er een indicatie, als dat niet zo is, dan niet. In het laatste geval zal het advies zijn om niet te starten met de behandeling. In geval van een indicatie volgt er ook een passend behandelplan. Na uiterlijk twee weken krijg je een intakeverslag thuisgestuurd, waarin ook het behandeladvies opgenomen is.
Elektrodes plakken
Tijdens de intake krijg je een aantal elektrodes op gestandaardiseerde locaties op uw hoofd, het aantal en de plaats is afhankelijk van de klachten. Eerst wordt op de plek waar de elektrode komt gescrubd met Nuprep (een huidvriendelijke EEG scrub) en daarna wordt de elektrode aangebracht met Ten20 gel (een huidvriendelijke EEG gel op waterbasis). Na de metingen wordt de Ten20 gel zoveel mogelijk verwijderd. De gel is met lauw water te verwijderen.
Na het plakken wordt eerst gemeten of de elektrodes goed op de huid zitten, om zoveel mogelijk hersenactiviteit te meten en zo weinig mogelijk ruis. Als de elektrodes goed zitten kan er begonnen worden met de metingen. Handig is een kam of borstel mee te nemen om na de metingen en het verwijderen van de gel het haar te kunnen fatsoeneren.
Behandeling, het trainen van de hersenactiviteit
Tijdens een Neurofeedbackbehandeling traint je je eigen hersenactiviteit om klachten te verminderen. De behandeling is gebaseerd op het feit dat sommige psychische en neurologische klachten gepaard gaan met een afwijkende hersenactiviteit. De afwijkende hersenactiviteit, gemeten met een (Q)EEG, wordt zichtbaar gemaakt voor de cliënt. Over het algemeen worden er twee elektrodes op je hoofd geplakt. Eén op de locatie waar de behandeling plaatsvindt en één zgn. referentie-elektrode. Je wordt met behulp van deze elektrodes aangesloten op apparatuur die het (Q)EEG voortdurend analyseert en meet. Op het feedback scherm dat voor je staat, zie je als het ware je eigen hersenactiviteit (feedback).
Verschillende vormen van feedback
De vorm van feedback kan variëren van werken met een simpel balkje, of bijvoorbeeld met behulp van een (eigen meegebrachte) DVD. Een spelletje is ook mogelijk. Bij feedback met de balkjes zie je de hoogte constant veranderen, bv. hoe hoger het balkje des te beter de hersenactiviteit, hoe lager het balkje des te minder de hersenactiviteit is. Bij feedback met behulp van een DVD, wordt het beeld groter bij verbeterde hersenactiviteit, je krijgt positieve feedback en schuift het dicht bij verslechterende hersenactiviteit. Bij een spelletje zie je bijvoorbeeld dat een auto als de hersenactiviteit de goede kant op gaat naar rechts gaat, en als de hersenactiviteit minder goed wordt naar links. Welke vorm van feedback gekozen wordt, hangt af van welke vorm het beste bij je verloopt.
Het leereffect van de training
Doordat je iedere keer positieve feedback krijgt leren de hersenen zichzelf beter geactiveerd te zijn. Hoe vaker de neurofeedback uitgevoerd wordt, hoe beter de hersenen de nieuwe toestand vastleggen. Gemiddeld duurt een behandeling 40 keer (hetzelfde als het gemiddelde aantal autorijlessen). Toch kan de behandelduur per persoon anders zijn. Na de intake is daar meer over te zeggen en tijdens de tussenevaluaties wordt het voortgangsproces nauwlettend in de gaten gehouden. Het grote voordeel is dat de resultaten in principe blijvend zijn, omdat ze aangeleerd zijn.
Bijwerkingen
Er zijn geen bijwerkingen bekend bij deze vorm van therapie. Wel kan het vermoeiend zijn om je gedurende een half uur een aantal maal heel goed te concentreren. Meestal wordt een training dan ook begonnen met een rondeduur van 1 minuut met een hele korte pauze er tussen, later wordt de ronde duur en het aantal aangepast. Het komt dan ook bij sommige cliënten voor dat ze moe zijn na de behandeling. Meestal gaat dat na een aantal behandelingen over.
Elektrodes plakken
Tijdens de behandeling krijgt je eerst twee elektrodes op je hoofd. Eerst wordt op de plek waar de elektrode komt gescrubd net Nuprep (een huidvriendelijke EEG scrub) en daarna wordt de electrode aangebracht met Ten20 gel (een huidvriendelijke EEG gel op waterbasis). Na de behandeling wordt de Ten20 gel zoveel mogelijk verwijderd. De gel is met lauw water te verwijderen.
Na het plakken wordt eerst gecontroleerd of de elektrodes goed op de huid zitten, zodat we weten dat er zoveel mogelijk hersenactiviteit gemeten wordt en zo weinig mogelijk ruis. Als de elektrodes goed zitten kan er begonnen worden met de training.
Evaluatie
De behandelduur kan per persoon anders zijn. Na de intake is daar meer over te zeggen en tijdens de tussenevaluaties wordt het voortgangsproces nauwlettend in de gaten gehouden en de behandeling op maat aangepast.
De eerste drie trainingen
Over de resultaten is nog niets te zeggen, wel bekijkt de therapeut of er getraind wordt en of de training efficiënt ingezet wordt oftewel de kwaliteit van de training wordt geëvalueerd. Als de kwaliteit niet goed is en er ook geen uitzicht op verbetering is, zal de therapeut met je overleggen over het vervolg.
Tussenevaluaties
De eerste effecten zijn gemiddeld rond 10-15 sessies te zien, als een verbetering van de getrainde golven. Na ongeveer 15 behandelingen is er een tussenevaluatie. Hierbij worden de verbeteringen van de hersengolven en de klachten in kaart gebracht. De effectiviteit van de behandeling wordt geëvalueerd. Dit gebeurt volgens het protocol na ongeveer 15 x weer. Bij BMC evalueren we tijdens de tussenevaluaties of verdere voortgang van de behandelingen noodzakelijk is en/of iemand toe is aan de afbouw van de behandeling. Als de afbouw overgeslagen wordt, zien we over het algemeen dat na verloop van een jaar de klachten terug zijn. Daarom is de afbouw heel erg belangrijk is. De behaalde resultaten worden in de afbouw periode geautomatiseerd. Op deze manier wordt er voor gezorgd dat de resultaten in principe blijvend zijn. Dit overigens in tegenstelling tot medicamenteuze behandeling.
De eindevaluatie
Aan het einde van de behandeling wordt de effectiviteit en het verloop van alle behandelingen geëvalueerd. Ook nu worden de verbeteringen van de hersengolven en de klachten in kaart gebracht en met het begin van de behandeling vergeleken.
De evaluaties worden uitgevoerd op basis van alle resultaten van de tot dan toe gevolgde behandelingen. Er kan eventueel ook een tussen- of eindmeting noodzakelijk zijn. Tijdens de evaluaties wordt uitgelegd op basis van welke gegevens deze worden gegeven en waarom er eventueel een een eind- of tussenmeting gedaan wordt.